home
contact
stille vennoten log-in
Nederlands
Engels
 
  intro  
  de film  
  concorde film  
  synopsis  
  archief
  foto's  


Bekakte moed


Robbert Wijsmuller (foto: André Bakker).
De Zondag overleden film-distributeur Robbert Wijsmuller was een wonder van opgewekt bekakt-zijn. Hij kon beeldend vertellen hoe zijn moeder in het Jappenkamp voor zijn ogen in elkaar geslagen werd: "Stout geweest!" Hij hield van innemen - hij kon in gruwelijk tempo gedistilleerd achterover slaan en maakte een paar van zijn meest succesvolle deals door de tegenpartij compleet onder tafel te drinken - , hij hield van duur eten, hij hield ervan om in Cannes met de Rolls te komen voorrijden bij het Carlton en was ook nooit te beroerd om het verzamelde gepeupel van de filmpers vanuit het vliegtuig op zijn wijngaarden te wijzen. En toch was Wijsmuller geen snob.
Het grote geld verdiende hij tijdens de jaren '70 met porno. Tot zijn eer mag gezegd worden dat 'ie miljoenen stak in de uitbreng van 'moeilijke' films, dat wil zeggen artistiek waardevolle producten die bij voorbaat alleen geschikt leken voor een klein publiek. Wijsmuller was zonder enige twijfel de moedigste distributeur die Nederland gekend heeft. Zonder hem waren er hier bijvoorbeeld in het geheel geen Franse films meer te zien geweest. Hij maakte soms klappers als "Amadeus" en "The last Emperor, maar gaf evengoed een miljoen uit aan een zeperd als Bertolucci's geval over Boeddha.
Hij verloor tonnen op de Nederlandse film, behalve die ene keer bij "Flodder". Toen "Flodder 2" eraan kwam en Wijsmuller volgens contract ook die gegarandeerde hit zou uitbrengen, werd 'ie vorstelijk genaaid en vervolgens afgelegd; dag film. Bitter was hij daar niet over: "Even niet goed opgelet..."
Zijn filosofie over het leven luidde aldus: "Kijk, je kunt sterven in een klein hutje op de hei of in een paleis op het Lange Voorhout. Ik prefereer het laatste. Als jij vijfduizend gulden wilt lenen, moet je soms de grootste moeite doen om ze te krijgen. Ik heb wat vrindjes bij de bank en vijftien miljoen schuld. Voor mij leggen ze de rode loper uit."
Wijsmuller huurde graag gezelschapsdames die hij steevast met een vettige knipoog voorstelde: "Ken jij mijn nichtje?"
Mooie vrouwen hoorden bij zijn entourage, maar hij sliep liever alleen en zorgde altijd discreet voor een eigen slaapkamer van 'nichtje'. Daarmee wil ik maar zeggen dat deze liefhebber in praktijk niet de arrogante macho was voor wie 'ie doorging.
Wijsmuller was een meesterlijk poseur en zag zijn aanwezigheid hier op aarde als een oefening om de verveling te verdrijven. Toen 'ie definitief failliet ging ("Even niet goed opgelet") sliep 'ie soms op straat en struinde de vaderlandse producenten af om een paar duizend gulden te lenen. Daar kwam gedonder van.
Het Rotterdamse Filmfestival werd ook verblijd met zijn aanwezigheid, Wijsmuller nam ongevraagd plaats op kantoor. Omdat de sympathie onder medewerkers van het Festival voor zijn persoontje groot was, werd hem de functie van 'talent-scout' aangeboden. Hoffelijk als altijd meende hij toch wel 'een paar tonnetjes' waard te zijn, 'en graag ook een suite als ik in Berlijn ben want ik ben niet van de straat.'
Geen goedkope kostganger.
Hij kon in zijn beste dagen bikkelhard zijn maar werd gedreven door ontembare liefde voor film. En dat in een tijd waarin distributeurs toch vooral en terecht als crapuul bekend stonden. Wijsmuller's bekaktheid verhinderde vermoedelijk dat 'ie de eer kreeg om te worden erkend als de meest gepassioneerde verdediger van filmkunst die het land gekend heeft. Een liefde die niet gesubsidieerd werd. Toen 't echt mis ging was 'ie een verloren man en een plaag voor z'n omgeving.Maar het grootste deel van zijn dagen was Wijsmuller onnavolgbaar. Dat 'ie zich letterlijk dood dronk is dan ook het waardige besluit van een onconventioneel leven in dienst van de Kunst.

 

Theo van Gogh / www.theovangogh.nl/wijsmuller.html
Verschenen in De Filmkrant